Neem een make-uptasje in de hand:
-
Tanden poetsen, water stroomt uit de kraan
-
De mens snuit zijn neus, ademt uit, inhaleert
-
Menselijk snuiven
-
Vrouw niest
-
Een boer laten
-
Vingerbreuk
-
Man snurkt
-
Schreeuw, Man sloeg met een zweep
-
Opgeslokt sigaretten in een asbak op een
-
Gezamenlijke crunch
-
Knetterende hitte, Een sigaret vastzetten
-
Asfalt, Man val op beton
★★★★★