Man snurkt, snuift, kampioen:
-
Een man imiteert een fluitende wind
-
Spuugt in de gootsteen, Spuugt een tand uit
-
Ademt uit, inhaleert, De mens snuit zijn neus
-
Man krabt zijn hoofd
-
Knip de nagel met een manicureschaar
-
Mannelijke zucht
-
Man scheten
-
Mopperende vrouw
-
De mens schreeuwt
-
Vloeistof slikken
-
Man sloeg met een zweep, schreeuw
-
Man fluit
★★★★★