De boot zwemt snel voorbij:
-
Jacht beweegt
-
De boot start, beweegt
-
Vastgelopen, het, De boot beweegt langzaam
-
Cruiser vaart langzaam
-
Loopt vast, De motorboot start, beweegt
-
Motorruimte van een schip, deuren openen,
-
Boot in beweging
-
Golf zeil
-
Tug wacht, beweegt
-
Zeil zwaaien in de wind
-
Vertrek van het schip, stemmen van, piep
-
Groot schip dat in de storm vaart
★★★★★