Openen, sluiten van de deur van de gastank:
-
Rijden in een auto met periodieke stops
-
Veiligheidsgordel, losmaken, vastmaken
-
Sluiten de, Auto’s naderen, openen
-
Rijdt weg, gas verplaatst, De auto nadert
-
Stopt, wacht, De auto beweegt
-
Stopt, vastloopt, Rijden in een auto
-
Vastgelopen, De auto wacht
-
De auto rijdt op grind
-
Rijden door natte weg
-
Porsche 930 Turbo start
-
Golf auto rijdt voorbij
-
Slippende, gierende banden
★★★★★