Een klein voorwerp wordt in het water gegooid.:
-
Spatten in water
-
Onheilspellende wind, waterspatten
-
Water druppelt in een emmer water
-
Brom, stromend water, Het gekraak van metaal
-
Luchtstroom onder water
-
Water druppelt, riool in een grot
-
De steen valt in het water
-
Een rivier stroomt, een kikker kwaakt,
-
Geiser, er komt water uit
-
Trekt de kurk uit de fles, drinkt de
-
Handenwassen
-
Haven, omgevingsgeluiden, motorboten
★★★★★